Deze vertaling bevat nog niet de wijzigingen die zijn gemaakt sinds 2022-01-02 in het originele Engelstalige artikel.
Je zou kunnen kijken naar deze wijzigingen. Lees ook de handleiding voor vertalingen voor informatie over het onderhouden van vertalingen van dit artikel.
Waarom je voor je volgende programmabibliotheek niet de Lesser GPL zou moeten gebruiken
Zie “Een licentie voor je eigen werk kiezen” voor aanbevelingen voor het kiezen van een licentie voor je eigen werk.
Het GNU-project kent twee licenties voor (software-)bibliotheken. Eén daarvan is de GNU Lesser GPL; de andere is de normale GNU GPL. Welke licentie je gebruikt maakt veel uit: met de Lesser GPL licentie kun je de bibliotheek gebruiken in private software; met de gewone GPL is de bibliotheek alleen beschikbaar voor vrije programma's.
Welke licentie voor een software-bibliotheek de beste is hangt af van je strategie en de omstandigheden. Momenteel hebben de meeste GNU-bibliotheken de Lesser GPL licentie, wat betekent dat we maar één strategie toepassen en de andere verwaarlozen. Daarom zijn we nu op zoek naar meer bibliotheken die we onder de gewone GPL kunnen uitbrengen.
Private-software-ontwikkelaars hebben het voordeel dat ze genoeg geld hebben; vrije-software-ontwikkelaars moeten voordelen voor zichzelf creëren. Door een bibliotheek onder de GPL uit te brengen krijgen vrije-software-ontwikkelaars een voordeel ten opzichte van private ontwikkelaars: een bibliotheek die zij kunnen gebruiken en private ontwikkelaars niet.
Het toepassen van de gewone GPL is niet voor iedere bibliotheek voordelig. In bepaalde gevallen is het beter om de Lesser GPL te gebruiken. Het meest komt dit voor wanneer de functionaliteit van een vrije bibliotheek al voor private software beschikbaar is door gebruik te maken van andere bibliotheken. In dat geval geeft de bibliotheek geen voordeel voor vrije software, dus kan beter de Lesser GPL worden gebruikt.
Daarom hebben we de Lesser GPL gebruikt voor de GNU C-bibliotheek. Er zijn tenslotte al genoeg andere C-bibliotheken; het toepassen van de GPL op de onze zou ontwikkelaars alleen maar afschrikken om de onze te gebruiken—geen probleem voor hun, wel voor ons.
Wanneer een bibliotheek echter unieke functionaliteit biedt, zoals GNU Readline, dan is dat andere koek. De Readline-bibliotheek levert invoerfaciliteiten en commandoherhaling voor interactieve programma's. En dat is functionaliteit die je niet overal kunt krijgen. Door het gebruik te beperken tot alleen vrije software en het uit te brengen onder de GPL geeft dat de gemeenschap een krachtige zet in de goede richting. Zeker één toepassing is daardoor vrije software geworden, omdat dit nodig was om Readline te kunnen gebruiken.
Wanneer we met zijn allen ernaar streven zoveel mogelijk bibliotheken met unieke functionaliteit onder de GPL uit te brengen, kunnen deze dienst doen als bouwstenen voor nieuwe vrije toepassingen. Dat zal een groot voordeel opleveren voor verdere ontwikkeling in vrije software en sommige projecten zullen besluiten hun software vrij te maken om deze bibliotheken te kunnen gebruiken. Universitaire projecten kunnen zo makkelijk beïnvloed worden; tegenwoordig, nu bedrijven vrije software beginnen te overwegen, kunnen zelfs commerciële projecten op deze manier worden beïnvloed.
Private-software-ontwikkelaars die deze vrije concurrentie tegen willen gaan zullen proberen programmeurs over te halen om niet onder de GPL te leveren. Door bijvoorbeeld op hun ego te spelen met de belofte dat er dan “meer publiek is voor deze bibliotheek” wanneer we het hen laten verwerken in hun private toepassingen. Populariteit is verleidelijk en het is eenvoudig voor een ontwikkelaar om zichzelf ervan te overtuigen dat de populariteit van een bibliotheek altijd ten goede komt aan de gemeenschap.
Maar we moeten geen gehoor geven aan dit soort verleidingen want we kunnen veel meer bereiken door één front te vormen. Wij ontwikkelaars van vrije software moeten elkaar steunen. Door bibliotheken uit te brengen die alleen voor vrije software zijn te gebruiken, kunnen we elkaar helpen pakketten te maken die beter zijn dan private tegenhangers. De hele vrije-softwarebeweging zal daardoor in populariteit toenemen, omdat vrije software dan gunstig afsteekt tegen de concurrentie.